Giardia


Giardia is een parasiet die leeft in de dunne darm. De levenscyclus van Giardia duodenalis kent twee ontwikkelingsstadia: het stadium in de gastheer, de trofozoïet en het stadium buiten de gastheer, de cyste.

Cysten zijn zeer resistent en kunnen lang overleven in verscheidene milieus, zoals water.

Het infectieuze stadium van Giardia is de cyste. De cysten van Giardia duodenalis komen via de mond de gastheer binnen. Onder invloed van het zure milieu en andere factoren in de maag gaan de cysten open, waarbij uit de cyste twee trofozoïeten (zichzelf voedende parasieten) vrijkomen. Dit proces vindt meestal plaats in het duodenum (dunnen darm). De ontstane trofozoïeten verplaatsen zich daarna verder in de dunne darm. De trofozoïet vermenigvuldigt zich ongeslachtelijk in het duodenum door middel van tweedeling.

In de dunne darm hechten de trofozoïeten zich aan de darmwand met hun zuignappen en veroorzaken daar symptomen zoals diarree. Onder invloed van galzouten kan een gedeelte van de trofozoïeten weer differentiëren tot cysten. Door dit proces verliest het organisme zijn beweeglijkheid en worden de nieuw gevormde cysten afgevoerd met de ontlasting. De cysten zijn onmiddellijk na uitscheiding infectieus. Ook trofozoïeten kunnen met de faeces afgevoerd worden, door de verhoogde peristaltische bewegingen van de darm bij patiënten met maag-darmklachten. Buiten de gastheer vormen de cysten weer een potentiële infectiebron voor een nieuwe gastheer en daarmee is de cyclus gesloten.

Als wij het vermoeden hebben van een patiënt met Giardia, gaan wij op de praktijk ontlasting testen met behulp van een snap test.


Als de test positief uitwijst, dan staat er twee stippen op de test: bovenaan en rechts op de test. Dit betekend dan dat de hond Giardia heeft. Als de uitslag niet direct positief uitwijst, maar het vermoeden toch wel heel erg strek is. Dan raden wij aan om 3 dagen achter elkaar ontlasting op te vangen en die gaan we dan  testen. Het is namelijk gebleken, dat een patiënt niet bij elke keer dat hij poept Giardia uitscheid.

Giardia is te behandelen, maar kan zeer hardnekkig zijn. Momenteel is 2 verschillende medicatie voor handen tegen Giardia: Metronidazol en panacure. Als de medicatie niet goed aanslaat, betekend dit meestal niet dat de medicatie niet werkt, maar dat er sprake is van her besmetting of dat de darmen ernstig zijn beschadigd. Elke keer de kuur verlengen heeft geen zin. We is het zinvol om medicatie te gaan geven om de darmflora te gaan ondersteunen, zodat de darmen kunnen gaan herstellen.

Bij huisdieren ontstaat her besmetting meestal doordat ontlasting in de vacht of aan de poten zit en uw huisdier zichzelf meestal goed wast. Ruim bij honden de ontlasting heel goed op. Dit ter voorkoming van her besmetting en ter voorkoming van besmetting van andere huisdieren. Als ontlasting aan de poten of in de vacht zit dient dit er direct goed uitgewassen te worden. Bij langharige huisdieren kan het soms helpen om de lange haren rondom de anus weg te scheren. Vroeger adviseerden wij altijd om, bij meerdere huisdieren in huis, alle dieren te behandelen. Tegenwoordig doen we dat niet meer. Een huisdier kan Giardia bij zich hebben, en daar helemaal geen klachten van hebben. Die hoeft dan ook niet behandeld te worden.

Giardia is een zoönose, dit betekend dat mensen ook Giardia kunnen krijgen. Was uw eigen handen heel erg goed zolang uw hond diarree heeft. Pas ook op met kinderen. Vooral kleine kinderen hebben de neiging om vaak de handen in de mond te steken. Op die manier kunnen ze makkelijk Giardia oplopen, laat ze dus geregeld hun handen wassen.