Plaskater

Een verstopping van de urinebuis bij een kater is een spoedgeval, waarbij de kater in de praktijk vaak een ‘plaskater’ wordt genoemd. Deze belangrijke aandoening behoeft zowel op korte als op lange termijn aandacht.

Oorzaak

De urinebuis en zeker het in de penispunt eindigende deel daarvan is bij katers in tegenstelling tot poezen vrij smal, waardoor de urinebuis veel gemakkelijker verstopt kan raken. Een enkele keer ligt de oorzaak van de vernauwing in het feit dat de spieren in de wand van de urinebuis zich samenknijpen. Meestal is echter sprake van een verstopping doordat er iets in de weg zit. In het geval van een blaasontsteking kan dit een samenklontering van eiwitten, ontstekingscellen en bloed zijn. Daarnaast kan de urinebuis verstopt raken door gruis of stenen, waarbij struviet en calciumoxalaat de twee meest voorkomende kristallen zijn. Er bestaan nog andere oorzaken van verstopping van de urinebuis, maar blaasontsteking, gruis- en steenvorming vormen de hoofdmoot.

Risicofactoren

Als urine lange tijd in de blaas aanwezig blijft, leidt dit tot langdurige inwerking van irriterende stoffen uit de urine op de blaaswand, resulterend in een grotere kans op blaasontsteking. Daarnaast neemt de kans op gruis- en steenvorming fors toe, aangezien kristallen langer de tijd krijgen om zich samen te voegen. Onderstaand een aantal factoren die bijdragen aan het langer in de blaas blijven van urine:

  • Lage wateropname
  • Droogvoer
  • Kattenbakcondities die niet voldoen aan de ‘eisen’ van de kat, waardoor de kat zo lang mogelijk zijn urine ophoudt.
  • Overgewicht: zware katten zijn vaak wat lui en stellen de trip naar de kattenbak lang uit.
  • Winter: katers die gewend zijn om buiten hun behoefte te doen en in de winter door slecht weer meer binnen blijven, wachten vaak lang voordat ze hun behoefte doen.


Naast bovengenoemde factoren is chronische stress een belangrijke risicofactor voor het optreden van blaasontsteking en daarmee het risico op verstopping van de urinebuis!

Gevolgen

Verstopping van de urinebuis zorgt ervoor dat urine zich in de blaas ophoopt. De blaas neemt steeds verder in omvang toe, hetgeen pijnlijk is voor de kat, en de blaas kan uiteindelijk zelfs scheuren. Daarnaast gaan de afvalstoffen, die normaal gesproken via de urine worden afgevoerd, zich in het bloed ophopen, waardoor de kat zichzelf vergiftigt. De nieren raken beschadigd en door afwijkingen in de zouthuishouding kunnen hartritmestoornissen ontstaan. Dit zijn levensbedreigende processen en indien niet tijdig wordt ingegrepen zal de kat aan deze aandoening overlijden.

Symptomen

Katers die een verstopping van de urinebuis hebben, laten vaak een karakteristiek beeld zien:

Beginstadium: onrust, miauwen, vaak en lang naar de kattenbak terwijl de kattenbak droog blijft, likken aan het geslachtsdeel.
Na enige tijd (uren tot maximaal een dag of 2): sloomheid, niet willen eten, overgeven, snelle ademhaling, pijnuitingen bij aanraken van de buik, vaak gaat de kat in dit stadium niet meer naar de kattenbak.
Uiteindelijk: enorme sloomheid waaruit de kat bijna niet meer wakker is te krijgen, ondertemperatuur.

Verstopping van de urinebuis bij katers kan in het begin dus bijna dezelfde verschijnselen geven als een ‘simpele’ blaasontsteking, met als enige (helaas vaak onopgemerkte) verschil dat de kattenbak droog blijft. Het gebeurt dan ook vaak dat eigenaren het probleem even aankijken, waarbij de klachten van het vreemde kattenbakgedrag na 1 tot maximaal 2 dagen ophouden, de klacht over lijkt te zijn en de dierenarts niet wordt geraadpleegd. Vervolgens veranderen de klachten naar die van een kat die zichzelf vergiftigt. Doordat deze symptomen compleet anders zijn dan die van de eerste fase, wordt ook hier door eigenaren nog weleens een dagje afgewacht alvorens contact op te nemen met de dierenarts. Het gevolg is dat met regelmaat verstopte katers worden aangeboden die in zeer slechte conditie verkeren. Zij zijn bijna in coma, zijn vaak onderkoeld, hebben ernstige nierschade en kunnen hartritmestoornissen hebben. Een spoedgeval waar iedereen in de praktijk (bijna) alles voor uit zijn handen laat vallen! De kans is overigens ook aanwezig, dat de kat thuis al komt te overlijden.

Eerste opvang

Aangezien de blaas van de kat letterlijk op knappen staat, wordt vaak eerst de blaas leeg gezogen door deze aan te prikken met een dun naaldje. De druk is op deze manier van de ketel. In verband met de ophoping van afvalstoffen en de verstoring van de zoutbalans is het verstandig om de ernst van de situatie in te schatten met behulp van bloedonderzoek. Een infuus is vervolgens nodig om uitdroging op te heffen en schadelijke stoffen in het bloed te verdunnen en af te voeren. Daarnaast is goede pijnstilling in dit stadium essentieel.

Urine onderzoek en beeldvormend onderzoek

Urine onderzoek wordt direct in de praktijk verricht en wijst uit of er sprake is van een blaasontsteking en/of van kristallen. Een bacteriekweek van de urine zal indien nodig worden ingezet om te bepalen of er sprake is van een infectie.

Beeldvormend onderzoek in de vorm van een echo of röntgenfoto’s is onmisbaar bij katers die een verstopping van de urinebuis hebben. Met dit onderzoek kan de lokalisatie van de verstopping worden bepaald en kan worden gekeken of er sprake is van (blaas)stenen. Daarnaast kunnen met behulp van echografie afwijkingen van de blaaswand, zoals poliepen en tumoren, worden uitgesloten of opgespoord.

Vervolg therapie

Nadat de eerste opvang van de kat is gerealiseerd en misschien al aanvullend onderzoek is gedaan, wordt geprobeerd om de verstopping op te heffen door een katheter in de urinebuis te brengen. Dit kan echter zeer lastig zijn en het is dan ook vaak noodzakelijk dat de kat hiervoor onder narcose wordt gebracht. Dit kan echter pas worden gedaan als de kat klinisch voldoende is gestabiliseerd.

Zodra de katheter in de urinebuis is gebracht, wordt de blaas uitgebreid schoon gespoeld. Om terugkeren van de verstopping te voorkomen is het in veel gevallen noodzakelijk dat de katheter gedurende enkele dagen in de urinebuis aanwezig blijft. Een katheter raakt minder snel verstopt dan de urinebuis, de urineproductie kan in de gaten worden gehouden en de blaas kan vaker worden schoongespoeld. De kat blijft in dit geval enkele dagen in de praktijk.

Naast pijnstilling krijgt een plaskater meestal medicatie om de blaas en/of de urinebuis te ontspannen. Antibiotica zijn alleen nodig als er sprake is van een bacteriële urineweginfectie, hetgeen onderzocht wordt met een bacteriekweek.

Preventie

  1. Anti-blaasgruis dieetvoeding
    Een speciaal anti-blaasgruis dieet vormt een belangrijk, zo niet het belangrijkste onderdeel van de preventie van zowel blaasgruis als blaasontsteking. Door dit voer treedt een daling van de kans op recidief op met 89% ten opzichte van katten die een gewoon voer krijgen!
    Het anti-blaasgruis dieet, zowel de natvoer als de droogvoer variant, verlaagt allereerst de concentratiegraad van de urine. In deze waterigere urine treedt minder snel gruisvorming op en doordat de concentratie irriterende stoffen in de urine lager is zal minder snel blaasontsteking ontstaan. Daarnaast zorgt het dieet voor vermindering van specifieke mineralen in de urine en verandering van de zuurgraad van de urine, waardoor oplossing van kristallen op kan treden en de vorming van nieuwe kristallen wordt tegengegaan.
    De natvoer variant van het anti-blaasgruis dieet heeft de voorkeur boven de droogvoer variant, vanwege het feit dat de urine hiermee nog wateriger wordt. Deze lage concentratiegraad van de urine kan helaas niet worden bereikt met een gewoon (niet anti-blaasgruis) natvoer. Daarnaast mist een gewoon voer het positieve effect op het gehalte aan mineralen en de zuurgraad van de urine. Een anti-blaasgruis dieet is dus essentieel voor uw kat.

    Let op: in veel dierenwinkels wordt voer verkocht dat tegen blaasgruis werkzaam zou zijn. Deze voeders hebben echter over het algemeen absoluut onvoldoende werkzaamheid! Het is dan ook belangrijk dat de juiste dieetvoeding bij een dierenartsenpraktijk wordt verkregen.

    Het is de meest veilige optie om uw kat levenslang dit anti-blaasgruis dieet te voeren. Dit kan geen kwaad en verkleint de kans op recidief van blaasontsteking en/of gruis- en steenvorming enorm. Het is echter onduidelijk of dit voor iedere kat strikt noodzakelijk is. Overleg met uw dierenarts wat voor uw kat het beste plan is.
  2. Wateropname stimuleren
    Veel katten drinken in huis vaak weinig en dat is jammer, aangezien voldoende drinken de kans op urinewegproblemen reduceert. De meeste katten vinden een standaard drinkbakje waar hun snorharen de rand raken niet prettig. Ze houden van water dat lekker smaakt, water dat beweegt of water dat ze kunnen onderzoeken (kraan, douchebak, vaas, uw glas). Bied uw kat opties om water op een leuke en/of lekkere manier binnen te krijgen, een waterfonteintje is hiervan een goed voorbeeld, maar u kunt water ook smakelijker maken door het afgekoelde en zoutloze kookvocht van kip of vis aan te bieden.
  3. Optimale kattenbak condities
    Katten zijn kritische toiletbezoekers … een schone of vieze bak, het type grit, met of zonder overkapping, locatie (plaats ten opzichte van voer- of drinkbak, plaats in drukke huiskamer of locatie waar buurkat recht naar binnen kijkt), het maakt allemaal uit. Daarnaast is de relatie tussen katten in huis van belang. Katten die samen één groep vormen (te zien aan samen slapen, samen eten, samen spelen) kunnen prima volstaan met 1 kattenbak, mits de hygiëne gehandhaafd blijft. Katten die niet tot één groep behoren hebben ieder hun eigen territorium, waarin minstens 1 kattenbak moet staan.
  4. Overgewicht voorkomen of verminderen.
    Heeft uw dier de neiging om te zwaar te worden of is dit al het geval, vraag uw dierenarts dan om de Adviesbrief over overgewicht. Hierin vindt u onder andere veel tips om overgewicht en daarmee het risico op urinewegproblemen te voorkomen en te verminderen.
  5. Stressreductie
    Bij veel katten is sprake van stress zonder dat dit voor de eigenaar duidelijk is! De Adviesbrief over het verminderen en voorkomen van stress biedt u waardevolle informatie.  


Prognose

Indien alle tips en aanpassingen worden doorgevoerd en levenslang worden gehandhaafd, wordt blijvend herstel in 85-97% van de gevallen bereikt! Zonder deze aanpassingen vindt echter in 50% van de gevallen recidief plaats.


Periodieke controles

Frequente controles van de urine zullen zeker in de eerste periode na het starten met het anti-blaasgruis dieet en het doorvoeren van aanpassingen in huis nodig zijn om te kunnen bekijken of de concentratiegraad van de urine mooi laag wordt en of gruis verdwijnt. Gezien het grote risico op recidief, zeker bij katten die van het anti-blaasgruis dieet worden afgehaald, blijven periodieke controles van de urine nodig. Daarnaast is het belangrijk dat u bij enige twijfel over de terugkeer van urinewegklachten bij uw kat direct contact opneemt met de dierenarts.






Laatste update: maart 2015

Copyright: VetVisuals® International