Wormen

Katten worden niet altijd ziek van wormen. De eigenaar zal bijna nooit direct een wormbesmetting kunnen waarnemen. Toch kan uw kat besmet zijn met wormen. Wanneer uw kat braakt, diarree heeft of zelfs wormen uit poept dan is de wormbesmetting zo groot dat direct handelen noodzakelijk is. De meest voorkomende wormen bij katten zijn de spoelworm en de lintworm.

Spoelworm

De meest voorkomende spoelworm in dit land is Toxocara cati. De spoelworm leeft in de dunne darm van een kat. De meeste katten hebben zelf geen last van de besmetting. Vaak worden de volwassen wormen ook niet uitgescheiden. Soms is een worm in het braaksel van een kat te vinden. Kittens kunnen hier soms wel last van hebben zodat ze achter blijven in de groei, mager zijn of diarree klachten hebben. Katten kunnen deze worm binnen krijgen door zich te besmetten met de eitjes uit de omgeving of door het eten van een besmette prooidier zoals vogels, muizen.

Kittens krijgen meestal de eerste besmetting al via de moedermelk. Daarom raden wij aan om kittens altijd goed te ontwormen en te behandelen alsof ze besmet zijn.

Spoelworm is een zoönose. Dit betekend dat mensen ziek kunnen worden van de spoelworm. De spoelworm bij de mens groeit niet uit tot een volwassen worm. Besmette eitjes worden wel larven in het lichaam van mensen en die larven migreren door ons lichaam. De migratie van de larven kan organen aantasten en kan zelfs voor blindheid zorgen. Mensen kunnen de spoelworm oplopen door o.a. het spelen in zandbakken en door het werken in de tuin.

Het is dus erg belangrijk om uw huisdier geregeld te ontwormen. Niet omdat uw huisdier klachten heeft, maar omdat het belangrijk is voor de volksgezondheid.

Lintworm

De lintworm leeft ook in de dunne darm van uw kat. De lintworm kan wel tot 1 meter lang worden. Hij bestaat uit een kop gedeelte en een achterste gedeelte. Het achterste gedeelte bestaat uit allemaal segmenten (proglottiden) die los kunnen laten. Die delen zijn ter grote van een rijstekorrel en kunnen uit de anus van uw kat kruipen. Ook kan het dat u de "rijstekorrels" aan de haren van de kat ziet zitten. Een besmetting met de lintworm is dus vaak wel zichtbaar in tegenstelling tot de spoelworm.
De cyclus van de Lintworm is alsvolgt: de proglotidden zitten helemaal vol eitjes. Een eitje wordt opgenomen door een tussengastheer. Daar vormt het eitje een blaasworm. De blaasworm wordt vervolgens opgegeten door de eindgasthaar waardoor de volwassen lintworm ontstaat. Tussengastheer voor de grote lintworm zijn de vlo en de bijtende luis. Tussengastheer voor de kleine lintworm zijn de mens, varken, paard, schaap, rund en geit. Een kat kan zich dus besmetten door het opeten van een vlo. Met het zichzelf schoonlikken terwijl er vlooien aanwezig zijn, worden vlooien namelijk opgegeten. Een kat kan zich ook besmetten door het eten van rauw vlees, o.a. van schaap, geit, rund, varken paard.

Hartworm

De hartworm komt niet in Nederland voor. U vind deze worm voornamelijk in landen rond de middellandse zee. Een hartwormbesmetting wordt overgebracht door muggen die larven van deze worm met een steek in het dier brengen. Hartworm geeft bij de meeste katten geen klachten.

Hoe ontworm ik mijn kat?
Uw kat ontwormen kunt u doen met een tablet of pipet. Deze zijn in de kliniek verkrijgbaar. Het landelijke advies is momenteel om uw kat 4 keer per jaar te ontwormen. Op deze manier houd u uw kat wormvrij en bestrijd u de infectiedruk in uw omgeving. Eet uw kat zeer veel muizen en vogels, of heeft u een vlooienplaag in huis? Dan raden wij aan om vaker te ontwormen.

Ontwormingsschema van een kat:
Kitten ontwormen op 3,5 en 7 weken leeftijd. Vervolgens op 12 weken en daarna maandelijks tot een half jaar leeftijd. Krijgt u een kitten in huis waarvan niet bekend is of die goed ontwormd is, dan raden wij aan om direct te ontwormen en 2 weken later nogmaals. Vervolgens volgt u het schema. Het landelijke ontworm-advies is 4 keer per jaar. Graag ontwormen wij in overleg met u. Eet uw huisdier veel prooidieren, dan is het advies van ons om vaker te ontwormen. We kunnen ook ontlastingsonderzoek uitvoeren om te kijken of ontwormen uberhaupt wel nodig is.