Vaccinaties

Om uw hond goed te beschermen tegen ziekten is het nodig om uw hond jaarlijks te vaccineren. Samen met u bepalen wij welke vaccinaties gegeven moeten worden. Dit doen wij aan de hand van de leefomstandigheden en behoeften van u als eigenaar. Wanneer u op vakantie of naar het buitenland gaat heeft uw hond andere bescherming nodig dan wanneer deze binnen Nederland blijft.

Een vaccinatie wordt alleen gegeven in combinatie met een gezondheidscontrole. Bij een gezondheidscontrole kijken wij uw hond helemaal na en geven wij advies over de gezondheid van uw hond. Wanneer u uw hond niet wilt laten vaccineren doet u er toch goed aan om jaarlijks een gezondheidscontrole te laten doen. Wanneer een aandoening vroegtijdig ontdekt en behandeld wordt kan het resultaat in de meeste gevallen positief zijn. Tijdens een gezondheidscontrole worden vaak de eerste teken van een aandoening onderschept

Waartegen kan er gevaccineerd worden?


Leptospirose
Dit wordt niet veroorzaakt door een virus, maar door een bacterie uit de Leptospira groep. Er worden meer dan 200 types onderscheiden. Leptospirose wordt van hond naar mens overgedragen (zoönose), hierdoor is bescherming van uw hond ook belangrijk voor uw gezondheid. In Nederland zitten de meest voorkomende in het vaccin. Incubatietijd 2-10 dagen.

Parvo (Canine Parvo Virus)
Het is een virusziekte veroorzaakt door het parvo virus. Het wordt voornamelijk verspreid via snuffelen, likken en via kleding en schroeisel. Het is een erg stabiel virus en is goed bestand tegen warmte, schoonmaakmiddelen en alcohol. De incubatietijd is 7-10 dagen. De symptomen zijn niet eten, braken, diarree (erg waterig, stinkende weeïge lucht) en uitdroging. er is geen therapie voor. De hond moet symptomatisch behandeld worden. Overlevingskans is niet erg groot.

Leverziekte (Hepatitis Contagiosa Canis)
Dit veroorzaakt een leverontsteking (hepatitis) veroorzaakt door het CAV-1 virus (Canine Adeno Virus-1). Het virus wordt voornamelijk via de urine uitgescheiden en komt via de mond en neusslijmvlies weer bij de andere hond terecht, dus via snuffelen en oplikken). De incubatietijd is 4-9 dagen. De symptomen variëren van lichte tot zware koorts, meer drinken en plassen, geelzucht (icterus), braken en diarree. Jonge dieren kunnen plotseling sterven. Als het dier de eerste 48 uur overleeft nadat een therapie is toegepast, dan is er een goede kans op herstel.

Hondenziekte (Canine Distemper (of ziekte van Carré)
Dit wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. Het is een erg besmettelijke ziekte. Het wordt voornamelijk verspreidt via direct contact. De incubatietijd is 3 tot 15 dagen. Sommige honden kunnen het virus enkele maanden uitscheiden. Symptomen kunnen zijn koorts, ontsteking voorste luchtwegen, vermageren, braken, diarree, verhoornde voetzolen en neus, neurologische klachten. Ongeveer 30-50% van de zieke dieren sterft.

Besmettelijke hondenhoest of kennelhoest
Dit is een verzamelnaam voor infecties van de voorste luchtwegen van de hond. Het wordt veroorzaakt door meerdere virussen en een bacterie. Het is over het algemeen een mild verlopende ziekte waarbij een hond vanzelf herstelt. De ziekte kan echter ook ontaarden in chronische bronchitis of longontsteking. Besmetting vindt plaats via de lucht. Incubatietijd is 5-10 dagen. De verschijnselen bestaan uit een droge harde hoest, klinkt soms als een blaffende zeehond. De hond kan keelpijn hebben en soms ook wat neusuitvloeiing. Door de keelpijn kan de hond ook kokhalsneigingen hebben en daarmee wit schuim opbraken. Therapie: ontstekingsremmers en eventueel hoestsiroop. Bij aanhouden of verergeren klachten antibiotica i.v.m. mogelijke ontwikkelijk longontsteking. De meeste dieren herstellen na 7 tot 10 dagen, maar blijven wel tot 20 dagen besmettelijk.
Vaccinatie wordt door de meeste pensions, kennels en curcussen verplicht.
Wanneer uw hond intensief in contact komt met andere honden raden wij altijd aan om dit vaccin te geven.

Rabiës (hondsdolheid)
Dit is een zoönose. Bijna alle zoogdieren kunnen besmet raken. Het virus tast het centraal zenuwstelsel aan. Besmetting vind plaats via speeksel van een besmet dier, meestal door een beet, maar kan ook door minimale huidlaesies ontstaan. Na besmetting gaat het virus zich niet direct verspreiden, hierdoor is er wel een mogelijk voor vaccinatie na vermoedelijk contact zoals een beet door een vleermuis. Prognose is slecht. Als bij huisdieren een vermoeden is van rabiës infectie, wordt er direct overgegaan tot euthanasie.

Wanneer u met uw hond naar het buitenland gaat is het nodig om uw hond te vaccineren tegen hondsdolheid (rabiës). De invoereisen van uw bestemming kunt u controleren op de website van het LICG. Het vaccin is 3 jaar geldig.

Welk vaccinatieschema gebruiken wij?

Leeftijd hond 6 weken, 9 weken, 12-13 weken, 16 weken, 26-52 weken> 1 jaarRichtlijn vaccinatie honden: Hondenziekte* * *Om de 3 jaarHCC  * *Om de 3 jaarParvo***(*)*Om de 3 jaarLeptospirose ** *jaarlijks Kennelhoest *   jaarlijks
Herhaling van parvo op 16 weken is alleen nodig indien een hoog risico op infectie bestaat. Bijvoorbeeld bij kennels waar frequent Parvo geconstateerd wordt.

Bij de hond is het ook mogelijk om te controleren of vaccineren wel nodig is. Als een hond nog een pup is, kan gecontroleerd worden of de maternale anti-lichamen al zijn afgenomen. Zolang er nog maternale anti-lichamen bij de pup aanwezig zijn, zal het vaccin wat gegeven wordt niet aanslaan.  Elke 2-3 weken moet wel gecontroleerd worden of de maternale immuniteit al is afgenomen. Daarom wordt volgens het vaccinatieschema ook zo vaak gevaccineerd bij een pup. Bij een volwassen hond kan het interessant zijn om te controleren of hervaccinatie daadwerkelijk nodig is, of dat het vaccin mogelijk nog voldoende bescherming bied. Wij hebben de Vaccicheck in huis. Hiermee kunnen wij met een bloedonderzoek controleren hoe het gesteld is met de bescherming van uw hond.

Komt uit de test dat uw hond nog voldoende beschermd is tegen Hondenziekte, HCC en Parvo en de basis vaccinaties zijn goed uitgevoerd, dan is een volgende bloedtest pas na 3 jaar weer nodig. Zijn de basisvaccinaties niet goed uitgevoerd (dus de vaccinaties tot 1 jaar leeftijd), dan is het advies om jaarlijks te controleren hoe het gesteld is met de immuniteit.

Leptospirose moet nog steeds jaarlijks gevaccineerd worden. Als het vaccin langer dan 1.3 jaar geleden gegeven is, dan is ons advies om het vaccin te boosteren. Dit betekend dat na 3 weken het vaccin nog een keer gegeven dient te worden.