Krolsheid en sterilisatie bij de kat

Heeft u geen fokplannen met uw kat dan is het verstandig om uw kat te laten steriliseren. Bij een sterilisatie worden, mits de baarmoeder geen afwijkingen vertoont, alleen de eierstokken verwijderd. Het krols laten worden van uw kat is onverstandig, aangezien dit belangrijke gezondheidsrisico’s met zich mee brengt en daarnaast kan leiden tot ongewenste dracht. Het gebruik van hormoonpreparaten om krolsheid te voorkomen lijkt een gemakkelijke oplossing, maar is schadelijk voor de gezondheid van uw kat.

Cyclus van de kat

De eerste krolsheid van een kat treedt gemiddeld op 9-10 maanden leeftijd op. Een heel enkele keer wordt de eerste krolsheid al op een leeftijd van 4 maanden gezien en ook zijn er katten die pas op een leeftijd van 18 maanden voor het eerst krols worden. In de natuur is de cyclus van de kat seizoensgebonden. De daglichtlengte bepaalt voor een groot deel of een kat krols wordt en in de herfst- en wintermaanden treedt dan ook geen krolsheid op. Vanwege binnenverlichting kan krolsheid bij onze huiskatten echter wel degelijk het gehele jaar voorkomen.

Krolsheid kenmerkt zich door veel miauwen wat soms kan klinken als het gehuil van baby’s, een toename van de aanhankelijkheid, veel kopjes geven, rollen, met een holle rug en opgeheven achterste lopen, rusteloosheid, minder eetlust en het toelaten van dekpogingen door een kater. Krolsheid houdt meestal 7-9 dagen aan.

Bij een kat treedt ovulatie (eisprong) slechts zelden spontaan op, hiervoor is meestal stimulatie nodig in de vorm van een dekking door een kater of kunstmatige stimulatie. Als geen ovulatie optreedt zal de kat 2-3 weken na de krolsheid alweer krols worden. Treedt wel ovulatie op, maar wordt de kat niet drachtig (zwanger), dan kan de volgende krolsheid na ongeveer 6-7 weken worden verwacht.

Wordt de kat drachtig, dan komen in deze periode van 64 dagen dracht geen krolsheden voor. Na de geboorte van kittens treedt bij de meeste moederpoezen geen krolsheid op gedurende de periode dat de jongen worden gezoogd. Deze afwezigheid van krolsheid kan soms tot 2-3 weken na het stoppen met zogen aanhouden. Het gebeurt echter ook af en toe dat een moederpoes binnen een week na de geboorte alweer krols wordt en naar buiten glipt om zich te laten dekken door een buurkat! Houd hier rekening mee wanneer u het graag bij één nestje wil houden.

Mijn kat komt niet buiten – is sterilisatie dan toch nodig?

Niet alleen buitenkatten maar ook binnen gehouden katten worden krols. Voor uw eigen (nacht)rust en voor het welzijn van de kat is het dan ook prettig als ze wordt gesteriliseerd. Daarnaast kan blootstelling aan de hormonen die aanwezig zijn in het lichaam tijdens de krolsheid resulteren in verschillende aandoeningen waaronder melkkliertumoren, baarmoedertumoren en baarmoederontsteking. Ongesteriliseerde katten hebben ongeveer een 7x grotere kans op de ontwikkeling van melkkliertumoren dan gesteriliseerde katten!

Hoe gaat dat dan in de natuur?

In de natuur worden katachtigen gedekt wanneer ze krols zijn. Dit wordt gevolgd door ofwel een periode van dracht ofwel door een afwezigheid van krolsheid gedurende 6-7 weken indien geen dracht optreedt. Daarnaast worden katten in de natuur alleen in de lente en zomer krols. Dit betekent dat wilde katten in tegenstelling tot huiskatten veel minder vaak krolsheden door zullen maken en daardoor een veel minder groot risico lopen op de ontwikkeling van de besproken aandoeningen. Tot slot leven katachtigen in het wild beduidend minder lang dan wij van onze viervoeters verwachten.

Ideale leeftijd voor sterilisatie

Het ideale moment voor sterilisatie is 6 maanden leeftijd, ongeacht of er dan al krolsheid is gezien. Uw kat is op deze leeftijd voldoende oud om veilig de narcose en de operatie te doorstaan, heeft een optimale wondgenezing, heeft nog weinig buikvet dat tijdens de operatie in de weg zit, de kans op ongewenste dracht is nog nihil en het risico op de ontwikkeling van melkkliertumoren op latere leeftijd wordt maximaal verkleind.

Sterilisatie op zeer jongere leeftijd brengt grotere narcose risico’s met zich mee. Sterilisatie op oudere leeftijd biedt een grotere kans op ongewenste dracht. Daarnaast neemt vanaf een leeftijd van 6 maanden het positieve effect op de vermindering van de kans op melkkliertumoren drastisch af. Wij steriliseren op de praktijk al vanaf 4 maanden leeftijd. Vooral als uw kat al vroeg naar buiten gaat, raden wij aan vanaf 4 maanden leeftijd te steriliseren. Blijft uw kat binnen, en is ze erg klein? Wacht dan tot 6 maanden leeftijd.

Mijn kat is krols – kan de sterilisatie dan wel doorgaan?

Bij sterilisatie op een leeftijd van 6 maanden komt het niet vaak voor dat de kat krols is. Is uw kat echter wel krols terwijl de operatie al staat ingepland, laat het uw dierenarts dan weten. De eierstokken zijn wat sterker doorbloed gedurende de krolsheid, wat om nog iets meer voorzichtigheid vraagt tijdens de operatie, maar dit hoeft geen reden te zijn om de sterilisatie uit te stellen. Doordat een kat gedurende een dag of 9 krols is en na 2 weken alweer de volgende krolsheid op kan treden, is het moeilijk om de sterilisatie in te plannen op een moment dat ze niet krols zal zijn. De sterilisatie kan dus gewoon doorgaan.

Hormoonpreparaten in pil of prikvorm onverstandig

Helaas wordt nog steeds met enige regelmaat gebruik gemaakt van hormoonpreparaten in pil of prikvorm om krolsheid bij katten te voorkomen. Het risico op aandoeningen zoals melkkliertumoren, extreme zwelling van de melkklieren (Dolly Parton syndroom), baarmoederontsteking, baarmoedertumoren, cysteuze eierstokken en suikerziekte neemt hierdoor echter drastisch toe en het gebruik ervan dient dan ook te worden vermeden!

Voorkomen van overgewicht na sterilisatie

Vaak wordt sterilisatie door eigenaren gezien als de grote boosdoener bij het optreden van overgewicht, waartegen niets te doen zou zijn. Dit is gelukkig niet het geval. Het is inderdaad zo dat katten na de sterilisatie wat meer willen eten en dat de stofwisseling van dieren langzamer wordt zodra ze gesteriliseerd zijn. Katten worden dus eigenlijk efficiënter qua energieverbruik en hebben daardoor minder energie nodig. Als we ons dit echter realiseren kunnen we een toename van gewicht na de operatie voorkomen door het dier simpelweg wat minder te gaan voeren.

Een richtlijn hiervoor is ongeveer driekwart van de hoeveelheid voer die het dier voorafgaand aan de operatie kreeg. Daarnaast kan het verstandig zijn om over te stappen op een voeding die speciaal is ontworpen voor de gesteriliseerde kat. Het is belangrijk dat u uw kat regelmatig weegt om in de gaten te houden dat er geen overgewicht gaat optreden.

U kunt uiteraard altijd op de dierenartsenpraktijk terecht voor de beoordeling van het gewicht van uw kat en voor een uitgebreid voedingsadvies!







Laatste update: februari 2015


Copyright: VetVisuals® International