Drachtige hond


Inleiding

Wij proberen u enige aanwijzingen en raadgevingen mee te geven om een zo ongestoord mogelijk verloop van de drachtigheid en bevalling te verkrijgen. Als u gezien heeft dat uw hond gedekt is tijdens de loopsheid, raden wij aan de datum van dekking te noteren.

Vaststellen drachtigheid

Het is zeker bij forse en zware honden niet makkelijk om vast te stellen of uw hond inderdaad drachtig is. Er bestaat geen urine of bloedproef voor honden op dit gebied, daar de hormoon spiegels van drachtige en niet drachtige honden vrijwel identiek zijn, dit in tegenstelling tot de mens. Drachtigheid kan vastgesteld worden tussen de 28-32e dag na de dekken door de buik van de teef door de dierenarts te laten bevoelen. Daarna is het niet eerder weer mogelijk om drachtigheid vast te stellen dan op de 45e dag, hetzij door buikpalpatie, hetzij met behulp van een rontgenfoto. Als u zeker wilt weten of uw hond drachtig is, dan kan vanaf 23 dagen na dekking met een echo de dracht vastgesteld worden op de praktijk.
Echo hond 30 dagen drachtig

Echo 30 dagen drachtige hond

Echo hond 30 dagen drachtig, 2 vruchten zichtbaar


Zwangerschapsduur en ontwormen

Het is raadzaam om vlak voor of vlak na de bevalling uw teef eenmaal te ontwormen. De bevalling vindt plaats tussen de 56 en 67e dag, gemiddeld 63 dagen. Hoe groter het nest, hoe korter de dracht meestal duurt, en omgekeerd geldt dit ook. Het aantal puppy's in een buik is niet betrouwbaar vast te stellen met een echo. Met een echo kan wel gekeken worden of er levende pups aanwezig zijn door naar de hartjes te kijken. Maar het tellen van de pups is erg onbetrouwbaar; een pup kan makkelijk 2 keer geteld worden of helemaal niet geteld worden. Ook als de hond wat aan de dikke kant is, of erg zenuwachtig is met het maken van de echo, kunnen er pups gemist worden. De enige manier om met zekerheid vast te stellen om hoeveel pups het gaat, is door het maken van een röntgenfoto. Aangezien röntgenstraling niet gezond is voor pups, raden wij dit af.


Welk en hoeveel voer heeft ze nodig?

De zwangere teef moet een goed uitgebalanceerd voer krijgen. Vers vlees voeding raden wij af bij zwangere honden, vooral ook verder in de zwangerschap. De eerste 5 weken van de zwangerschap hoeft ze niet extra gevoerd te worden, maar dit is wel nodig na de 35e dag. Het is dan verstandig langzaam over te stappen op puppyvoer. Ze mag dan 10-15% meer voer per week erbij krijgen tot aan de bevalling. We raden aan vlak voor de bevalling even minder voeding te geven. Het voer moet voortdurend beschikbaar zijn (ad lib) of in 3-4 maaltijden per dag aangeboden worden.

Waar gaat ze bevallen?

Een drachtige teef zal op zoek gaan naar een geschikte plek om haar jongen op de wereld te zetten. Ze zoekt een rustige, beschutte en tochtvrije plek waar ook de temperatuur aangenaam is (24-27 graden). Het beste is om een zogenaamde werpkist aan te schaffen. Hierin moet de teef languit kunnen liggen met voldoende ruimte voor de pups. Werpkisten hebben een opstaande rand waar de moeder makkelijk overheen kan stappen, maar de pups niet. Zorg ervoor dat de werpkist al enkele weken klaarstaat, zodat ze aan de plek kan wennen. Een teef kan helaas tijdens de bevalling altijd nog besluiten dat een andere plek geschikter is. Probeer haar dan niet op andere gedachten te brengen, want rust is in deze fase erg belangrijk! Alle vormen van stress zorgen ervoor dat de partus langer duurt.

Verschijnselen van de naderende bevalling

Ruim voor de bevalling zal u waarschijnlijk al wel zijn opgevallen dat de buikomvang van uw teef ruim is toegenomen. De melkklieren beginnen wat op te zetten. Dit kan ook gebeuren bij niet drachtige teven, rond hetzelfde tijdstip. We spreken dan van schijndracht.
Enige tijd voor de bevalling zakt de temperatuur van teef beneden de normale waarden voor een hond ( 38.0-39.0 graden ). Deze periode kan enige dagen duren. Vlak voor de bevalling zakt de temperatuur zelfs vaak tot 36,5 graden.
Soms valt het op dat de teef een heldere, taaie, soms iets melkachtig wit slijm verliest. Dit is het teken dat de ontsluiting en de bevalling binnen 24 uur moet plaatsvinden.
Vlak voor de bevalling begint, kan ten gevolge van de weeënactiviteit, de temperatuur gaan stijgen tot boven de 39 graden.

De bevalling

Binnen enkele uren nadat het eerste vruchtwater is afgekomen, moet de eerste pup geboren zijn. Als het vruchtwater wat groen van kleur is, moet de eerste pup binnen 1 uur geboren worden. Zo niet dan dient u de dierenarts te waarschuwen. Tevens dient dit te geschieden indien de teef duidelijk zit te persen op een pup en dit langer dan 20 min duurt. Bij twijfel altijd dierenarts bellen!


De gemiddelde tijd tussen de geboorte van 2 pups is ongeveer 45 min. Anders dient gecontroleerd te worden waarom de bevalling niet vordert.
Een teef die voor de eerste keer bevalt kan schrikken van de bewegingen en geluiden van de pup. Ze kan de pup zelfs oppakken en proberen te begraven. Let hierbij op dat de pup geen wonden op loopt. Leg eventueel de eerste pup even apart in een warme omgeving. Na de geboorte van de 2e pup worden de meeste teven rustiger en gedragen zich als ervaren moeders. Leg de 1e pup zo snel mogelijk weer bij de moeder.


Na de bevalling

De navelstreng scheurt meestal spontaan op de goede plaats af. Mocht een navelstreng toch bloeden dan kunt U deze afbinden met een stevige garendraad of tandenflostouw ontsmet met wat spiritus (=85% alcohol ).
De placenta wordt meestal na de geboorte van een pup uitgedreven, dit is niet altijd zo. Het kan ook dat eerst 2 pups geboren worden en daarna 2 placenta’s afkomen. De nageboorten worden door de teef vaak (snel) opgegeten, er zitten veel voedingsstoffen in. Er moeten evenveel placenta’s als pups geboren worden, als deze achterblijven kunnen ze voor ernstige (soms levensbedreigende) problemen zorgen. Laat haar niet meer dan 3 placenta’s eten, ze kan er dan diarree van krijgen. Mocht de teef na de bevalling onrustig blijven, dan dient u de teef te laten controleren of zij inderdaad 'leeg' is.

We raden aan de pups te merken met nagellak of een gekleurd wollen draadje. Zodoende weet u de pasgeborene goed uit elkaar te houden. Weeg de pups op een nauwkeurige (digitale) weegschaal. Dit dient 2x daags te gebeuren en de gewichten van de pups moeten genoteerd worden. Een pup moet zijn geboortegewicht verdubbelen in 8-10 dagen. De pups mogen na de bevalling NIET afvallen. Gebeurt dit wel dan is er iets mis. Of de teef heeft te weinig melk of de pups drinken te weinig, bijvoorbeeld door een opkomende ziekte. U dient dan ook in zo'n geval direct de dierenarts te bellen voor overleg.

De teef

Voor zover de teef nog geen wormkuur heeft gehad , geeft u haar er nu een. De teef behoeft niet bijgevoerd te worden met melk, integendeel, de kans op diarree is dan groot. De teef mag geen troebele of stinkende uitvloeiing krijgen. De uitvloeiing is gedurende 3 dagen roodbruin en tot de 10e dag mag deze uitvloeiing helder slijmig zijn. De teef is na de bevalling vaak heel moe en wil veel slapen. Het is normaal dat ze veel slaapt, de pups goed verzorgt en een tevreden indruk maakt.
De teef wil vaak, net na de bevalling, niet uit de werpkist komen om te eten. Bied daarom wat voedsel aan in de werpkist.
De ontlasting van de teef kan in de dagen na de bevalling wat dun zijn door het eten van de nageboorten. Ook de eetlust kan hierdoor verminderd zijn, dit moet in de dagen na de bevalling weer normaal worden.
Het is verstandig de melkklieren te controleren. Ze horen soepel aan te voelen en het mag niet pijnlijk zijn. Harde knobbels bij de tepels kunnen al na een paar dagen ontstaan. Als harde knobbels voelbaar zijn, probeer dan de tepels zachtjes te masseren en leg wat grotere pups aan die tepels. Vaak trekken de hardere knobbels dan vanzelf weer weg. Blijven ze aanwezig, neem dan contact op met de praktijk.

Waar moet ik op letten bij een pasgeboren pup?

Gedurende de eerste weken van hun leven worden de pups verzorgd door hun moeder, ze zijn volledig afhankelijk van haar. Pups kunnen zichzelf nog niet warm en schoon houden en ze hebben hulp nodig om te poepen en plassen.
De pups moeten meteen na de geboorte gaan drinken, ze zijn dan nog niet eens goed droog. Door het drinken worden weer weeën opgewekt en zal de geboorte verder gaan. De meeste pups kunnen de tepels goed vinden, maar soms hebben ze wat hulp nodig.
Gedurende de eerste 2 dagen nemen pups uit de moedermelk antistoffen tegen verschillende ziekten op. Daarna kunnen de antistoffen niet meer door de darmen van de pup opgenomen worden, maar is de melk natuurlijk wel heel belangrijk voor de voedingsstoffen.
Pups drinken elke 2-3 uur bij de moeder en de moeder likt daarna hun achterste om ze te laten plassen en poepen.


Tot 10 –14 dagen leeftijd kunnen ze nog niet horen of zien. Als na deze periode de oogjes nog niet open zijn, de oogleden opzwellen of er viezigheid uit de ogen komt is het verstandig om contact op te nemen met de dierenarts. In deze periode kunnen de pups wel goed ruiken en contact met mensen is nu al belangrijk. Pak ze echter niet te vaak op, rust is erg belangrijk in deze fase.

Gezonde, tevreden pups slapen en drinken. Meer doen ze eigenlijk nog niet. Als ze piepend rondkruipen duidt dit meestal op een probleem. Ze kunnen honger hebben of het te warm of te koud hebben. Als de pups door de moeder niet warm gehouden worden biedt een warmtelamp uitkomst. Sommige teven vergeten de kontjes van de pups te likken, hierdoor kunnen pups niet plassen en poepen. Houdt dus ook dat goed in de gaten.

Bijvoeren met kunstmatige melk.

Als de pups niet genoeg groeien, of zelfs afvallen moeten zij bijgevoerd worden met kunstmatige melk. De melk is verkrijgbaar op de dierenartspraktijk. Op de verpakking staat hoeveel de pups voor die leeftijd en gewicht mogen krijgen.
Het bijvoeren van het complete nest  is ook nodig als maar 1 of 2 pups problemen hebben. De grotere pups zijn dan minder hongerig en er zal meer moedermelk voor de zwakkere pups overblijven.
De melk moet op lichaamstemperatuur gebracht worden (niet te heet!) en kan met een flesje met speen of met een spuitje gegeven worden.  De pups moeten zelf zuigen, dus nooit de zuiger indrukken, dan kunnen ze zich verslikken. Laat de pup dus zelf aangeven hoeveel en hoe snel ze willen drinken om verslikken te voorkomen. Melk kan anders in de longen terecht komen en hieraan kunnen ze sterven. Leg de pup tijdens het bijvoeren op de buik om verslikken te voorkomen.
Moederloze pups of pups waarvan de moeder helemaal geen melk geeft moeten in de 1e week minimaal 8x daags, dus om de 3 uur gevoerd worden.  Na 3 weken kunt u wat vast voedsel gaan aanbieden aan de pups. U hoeft de pups dan minder vaak te voeren. Geef hiervoor een papje van puppyvoedsel met kunstmatige melk van goede kwaliteit. Na het voeren kunt u het gebied rond de anus masseren om poepen en plassen te stimuleren.

Wormenkuur

Deze dient U aan de pups voor het eerst te geven op de leeftijd van 2 weken. Daarna de 4e, 6e, 8e, en 12e week herhalen. Vervolgens elke maand tot een half jaar leeftijd. Daarna raden wij 4 keer per jaar ontwormen aan. Tegelijk met de pups dient de moeder ook ontwormd te worden.

Inentingen

De eerste puppy enting dient de pup te krijgen als zij 6 weken oud is. Deze prik wordt herhaald als de pups 9 weken oud zijn en de definitieve enting volgt op de leeftijd van 3 maanden.

Wanneer moet ik de dierenarts bellen?
Dit is een belangrijke vraag. Het is belangrijk contact op te nemen met uw dierenarts (ook ’s nachts of in het weekend) wanneer:
-    Er binnen 1 uur na het verschijnen van de eerste vruchtblaas geen pup geboren is.
-    Als de teef langdurig (half uur) aan het persen is zonder geboorte.
-    Als er nog pups in de baarmoeder zitten maar de teef heeft al 2 uur niet meer geperst.
-    Als de teef plotseling erg rustig/sloom of juist erg paniekerig wordt.
-    Als er te weinig nageboorte zijn gekomen, probeer dit goed te tellen.
-    Stinkende uitvloeiing of grote hoeveelheden bloed uit de vagina komt.
-    Wanneer de teef de pups niet wil accepteren, er kan dan sprake zijn van melkklierontsteking.